In het Joegoslavië onder Josip Tito is het heerlijk opgroeien in Mostar in de deelstaat Bosnië en Herzegovina. De stad met de beroemde brug over de Neretva-rivier is een smeltkroes van etniciteiten. Kroaten, Bosniakken en Serviërs, het woont allemaal vredig door elkaar. Maar na de dood van de Joegoslavische leider en de ontmanteling van het IJzeren Gordijn valt het land rap uit elkaar en ontkomt ook Mostar niet aan een bloederige burgeroorlog.
Als Mostar al weken het toneel is van zware beschietingen en gevechten, rijdt op zondag 3 mei 1992 heimelijk een touringcar de stad uit. De chauffeur doet een schietgebed en plat op de bodem van de bus, schuilend voor kogels die vanuit de bergen afgeschoten kunnen worden, liggen jonge handbalsters van topclub Galeb Mostar.
De tieners - de jongste is net dertien jaar geworden - denken twee weken naar het Noord-Hollandse dorp Oosterblokker te gaan om daar het Pinkstertoernooi te spelen. In werkelijkheid is het een gevaarlijke, door hun coach georkestreerde vlucht voor de Joegoslavische oorlog. Josip ‘Joško’ Stanic, coach en president van de club, heeft overal in Europa uitnodigingen geritseld voor toernooien om ‘zijn meiden’ uit de oorlog te kunnen halen. Ouders hebben hem hun zegen gegeven: haal ze uit deze hel, overal is het beter dan in Mostar. Het zou Joško uiteindelijk lukken om 173 speelsters de stad uit te krijgen. Veel achterblijvers komen om in Mostar.
Voor de eerste 26 is het Noord-Hollandse Blokker de bestemming. Ze kunnen niet bevroeden dat de handbaltrip de reis van hun leven zal worden. De busreis alleen al duurt een kleine twee weken, is levensgevaarlijk en kent vele hindernissen. In Blokker valt het contact met Mostar weg, verhevigt de oorlog en groeit bij de speelsters langzaam het besef dat ze voorlopig niet terug kunnen.
Midden in hun pubertijd zitten de handbalmeiden vast in het kleine dorp, in gastgezinnen van wie ze de cultuur niet kennen en met wie ze niet kunnen praten. De plaatselijke handbalkantine wordt hun huiskamer, waar de speelsters steun vinden aan elkaar. Op het nieuws zien ze met afgrijzen hoe hun thuisstad uit elkaar valt.
Waar achtergebleven familie, vrienden en buren worden gedwongen een kant te kiezen, en als vijanden tegenover elkaar komen te staan, blijkt het handbalteam met al zijn etniciteiten een onbreekbare eenheid. Elke dag wordt er getraind, elke weekend gespeeld; zo ontsnappen ze tijdelijk aan de realiteit. Als het fluitsignaal klinkt, worden er er direct weer in teruggeworpen. Dan doemt die vraag weer op: kunnen we ooit nog terug, of moeten we hier een nieuw leven opbouwen? Sommigen zouden nooit meer terug naar huis gaan en wonen nog steeds in Nederland.
In dit boek, dertig jaar na de vlucht, reconstrueren auteurs GerBen van 't Hek en Rens Lieman de gevaarlijke en langdurige vlucht van de groep handbalsters. Via hun levensverhalen, wordt ook het sluimerende ontstaan en het ijzingwekkende verloop van de Joegoslavische oorlogen in Mostar verteld.
In hedendaags Mostar is de oorlog ondertussen nog overal aanwezig. De iconische oude brug, verwoest in de oorlog, is weliswaar in volle glorie hersteld en het openbare leven in de stad opgeveerd, maar onder de oppervlakte smeult het. Joško (84) woont er nog steeds. Speelsters en hun ouders zoenen hem als ze hem tegenkomen op straat, maar hij is niet voor iedereen een held. Wie Kroaten, Serviërs en Bosniërs door elkaar heeft gered, heeft met de verse herinnering aan de oorlog vanuit ieders perspectief ook vijanden gered.
Lees hier meer over het boek of bestel De bus uit Mostar online bij je favoriete boekhandel
👋 Als freelance journalist publiceer ik op deze site artikelen over Uber, Deliveroo en de platformeconomie. Die mag je gratis lezen, maar je kunt er ook voor betalen wat jij het waard vindt. Dat is zo gebeurd en wordt gewaardeerd.