Gisteren oordeelde de Amsterdamse kantonrechter dat Deliveroobezorgers geen zzp'ers zijn. Ook sprak de rechter uit dat werken als bezorger voor Deliveroo onder de cao beroepsgoederenvervoer valt. Zeven vragen en antwoorden over de gevolgen van die uitspraak.
Wie dat wil, kan met dit vonnis in de hand een arbeidscontract eisen. Dat betekent dat bezorgers - al dan niet met terugwerkende kracht - een minimumuurloon krijgen (en niet een variabele vergoeding per bestelling), pensioen opbouwen, doorbetaald krijgen bij ziekte en vakantie en verzekerd zijn (en niet alleen onder de voorwaarden die Deliveroo nu stelt in de verzekering die ze kosteloos aanbieden aan bezorgers) zoals dat is vastgelegd in de cao beroepsgoederenvervoer, die de rechter ook gisteren op dit werk van toepassing achtte.
Als bezorgers werknemers worden, kan Deliveroo ook eisen aan hen stellen, bijvoorbeeld over wanneer ze werken. Een woordvoerder wil niet vooruitlopen op die situatie, maar zegt wel dat bezorgers in dienstverband ‘de flexibiliteit verliezen die ze juist zo waarderen’.
In een eerdere zaak oordeelde de kantonrechter inderdaad dat toenmalig Deliveroo-bezorger Sytze Ferwerda terecht als zzp’er werd ingezet. Die zaak ging uitsluitend over zijn werksituatie. De rechter woog bijvoorbeeld mee dat Ferwerda maar weinig voor Deliveroo werkte, en bovendien zelf, voordat hem dat verplicht werd, van contract veranderde. In deze rechtszaak keek de rechter naar de werkomstandigheden van bezorgers in het algemeen. Ook werd een en ander anders gewogen.
In principe is dat zo. In de praktijk zijn er noemenswaardige beperkingen aan die vrijheid, die de rechter meewoog in haar oordeel.
De eerste: bezorgers krijgen per bestelling betaald. Als er vanuit de klant weinig behoefte is aan eten, valt er voor de bezorger weinig te verdienen. De tweede: als er al genoeg bezorgers aan het werk zijn, bijvoorbeeld tijdens de avondetenspits - het lucratiefste tijdvak, kunnen bezorgers die niet vooraf zo'n tijdvak gereserveerd hebben, niet werken. Er is een reserveringssysteem: bezorgers kunnen (maar hoeven niet per se) tijdvakken waarop ze willen werken, reserveren. Daarmee komen we op punt drie: er is een voorrang te verdienen in dat reserveringssysteem, en daarmee op de kans om op de lucratiefste tijden te kunnen werken. Wie altijd komt opdagen op gereserveerde tijden en vaak werkt op de voor Deliveroo drukste avonden, krijgt die voorrang. Wie vaak buiten de spits werkt, niet op komt dagen op een gereserveerde tijd of binnen 24 uur een reservering annuleert, kan die voorrang verliezen.
Zoals Deliveroo werkt met haar bezorgers, zo doet ook Uber dat met haar chauffeurs en bezorgers. Deze platformbedrijven werken met zzp’ers, een app verdeelt onder hen het beschikbare werk. Vooral bij Uber zitten er vergelijkbare haken en ogen aan de vrijheid om te werken wanneer je wil.
Door de zogeheten platformwerkers niet in dienst te nemen, hoeven deze bedrijven geen werkgeverspremies voor ze af te dragen, ze door te betalen bij ziekte of een minimumloon te garanderen. Volgens de FNV staat daardoor ons sociale zekerheidsstelsel onder druk en zijn platformwerkers onvoldoende beschermd.
FNV wilde daarom een verklaring voor recht dat - allereerst - Deliveroo-bezorgers recht hebben op een arbeidscontract. Het was nog de vraag of FNV als belangenorganisatie zo’n rechtszaak kon voeren. Een uitspraak heeft tenslotte niet alleen potentiële gevolgen voor FNV-leden, maar voor alle bezorgers. Door FNV in het gelijk te stellen, heeft de rechter de vakbeweging ook ontvankelijk verklaard. Gelet op rechtszaken die er nog aan gaan komen, is FNV blij met die jurisprudentie.
Ja. FNV is al een rechtszaak tegen Helpling gestart, al wordt die niet gevoerd voor de hele groep Helplingschoonmakers maar voor 'een individueel FNV-lid of eventueel meerdere leden’. Tegen Uber is een rechtszaak in voorbereiding.
Update juli 2019: uitspraak in de FNV-Helpling-rechtszaak
|https://twitter.com/renslieman/status/1145641245093613568
Deliveroo gaat in beroep. In een reactie stelt het dat de FNV ‘geen enkele bezorger gevonden heeft om deze zaak te ondersteunen, omdat bezorgers juist kiezen voor de flexibiliteit van het werken als zelfstandige’. Ook is het van mening dat de rechter in haar oordeel ‘duidelijk niet heeft meegenomen hoe bezorgers in de praktijk met ons werken’.
Deliveroo is het oneens met het oordeel dat bezorgers elkaar in de praktijk niet kunnen vervangen of dat hun vrijheid beperkt is. En het trof een onjuistheid aan in het vonnis: de rechter schrijft ten onrechte dat bezorgers die vooraf gereserveerd hebben, in dat tijdvak ook sneller een bestelling krijgen aangeboden. Een woordvoerder van Deliveroo: ‘Bezorgers zijn te allen tijde vrij om bestellingen te weigeren. In feite wordt 40% van alle bestellingen minimaal een keer afgewezen door bezorgers. Daarvan ondervinden ze geen consequenties.’
Deliveroo verwacht niet dat veel mensen dat arbeidscontract willen, en dat dus met dit vonnis in de hand zullen opeisen. Uit een recente, eigen enquête blijkt dat maar 4% van de bezorgers het werk ‘niet leuk’ vindt, de rest vindt het het leuk (20%), erg leuk (55%) of staan er neutraal in (20%).
Voor Deliveroo is dat een aanwijzing dat bezorgers ook tevreden zijn over hun arbeidsrechtelijke situatie. Na de verdiensten, is flexibiliteit voor hen de belangrijkste reden om voor Deliveroo te werken, blijkt uit diezelfde enquête. Met andere woorden: Deliveroo denkt dat er weinig zal veranderen.
In een eerder interview zei directeur Stijn Verstijnen: ‘Zelfs als Deliveroo verplicht zou worden om alle bezorgers weer in dienst te nemen, kan het financieel uit. Het is alleen de vraag of er genoeg bezorgers zijn die voor ons in dienstverband willen werken.’